Zo werk ik 

Dit is hoe ik werk

Als ergotherapeute heb ik nooit anders gewerkt dan met kinderen. En al vanaf mijn laatste opleidingsjaar kwam ik in aanraking met de inzichten en theorie van Jean Ayres omtrent sensorische integratie. Sensorische integratie wordt ook zintuiglijke prikkelverwerking genoemd. Het werd mijn allereerste nascholing en vormt nog steeds een cruciaal uitgangspunt in mijn visie en werken met kinderen. Later volgde de nascholingen gericht op body-awareness en mindfulness. Al deze inzichten zijn ondersteunend gereedschap om bij kinderen hun natuurlijke kracht naar boven te halen.

En steeds weer blijkt dat dit voor de kinderen ook echt zo uitpakt! Omdat spelen en kinderen zo bij elkaar horen,  komen kinderen vaak met veel plezier naar de praktijk. Spelenderwijzer is precies wat plaatsvindt. Het spel doet het ‘werk’.  Daarnaast gaan wij een intensieve samenwerking aan. Boeiend. Inspirerend. Ondersteunend. Aan de slag met prikkelvewerking betekent dat je daar ook thuis mee aan de slag gaat. Het kan zelfs zo zijn dat je opvoedingsstijl een andere kleur krijgt.  In mijn ogen bestaat de behandeling uit een intense, boeiende en inspirerende samenwerking.

Ik kijk daar naar uit!

Als jullie dat ook doen, kom dan graag langs. We gaan ervoor!

 

Zintuiglijke prikkelverwerking

 De werkwijze van Spelenderwijzer is gebaseerd op de zintuiglijke prikkelverwerking. Zintuiglijke prikkelverwerking is hetzelfde als sensorische integratie en is het vermogen om efficiënt te kunnen reageren op prikkels vanuit de omgeving. Prikkelverwerking is niet zichtbaar, gek genoeg. Maar als je er even goed naar kijkt dan zie je dat  ieder moment tot leven komt door prikkels! Alles wat we zeggen en doen, iedere situatie komt tot stand door de prikkels die we waarnemen. Kijk maar eens naar hoe we ‘sinaasappel’ hebben geleerd. Hoeveel zintuigen daar betrokken bij zijn geweest. Geur, proeven, voelen, zien en horen.  Ongelooflijk eigenlijk. De zintuigen zijn ons  verborgen vermogen. Maar cruciaal: het is de basis om tot schoolse vaardigheden te komen.

Dit vermogen ontwikkelt zich door het ervaren van de zintuigen. Door te bewegen, uit te proberen, te spelen, te voelen, te horen, te zien, te ruiken en te proeven. Dit geeft een keten aan neurologische ontwikkelingen en aan een optimale samenwerking tussen de beide hersenhelften. Het is een belangrijke pijler waarop vaardigheden geautomatiseerd worden.

Wat faciliteren we hierin? Thuis of op school? Deze natuurlijke ontwikkeling van de zintuiglijke systemen lijkt minder vanzelfsprekend te worden. Hoe borg je dit in je opvoeding of in de leeromgeving? In je eigen leven?

Soms is het duidelijker te zien dat er sprake is van een stoornis in de prikkelverwerking. Er kan sprake zijn van overprikkeling, zoals het kind wat angstig is voor bijvoorbeeld snelle bewegingen, of wagenziek wordt. Of het kind wat niet onverwachts aangeraakt wil worden, veel last heeft van de etiketjes in zijn kleding. Tanden poetsen en haren wassen zijn niet prettig of zelfs zeer vervelend. Net als sokken aantrekken……

Maar er kan ook van onderprikkeling sprake zijn; het kind wat meestal/altijd onderuitgezakt zit, instructies maar gedeeltelijk opneemt en uitvoert, veel valt, of onbedoeld van alles omstoot.

Of juist heel veel prikkels opzoekt omdat ie een prikkelhonger heeft. Dit is de groep kinderen die we onrustig noemen. Die veel bewegen, moeilijk stilzitten, op alle prikkels willen reageren. Zij worden in de klas vaak als stoorzender ervaren.

Vaardigheden ontwikkelen zich op basis van de verwerking  van prikkels vanuit meerdere zintuigen: het horen en het zien, maar  ook het evenwicht, het bewegingsgevoel en de tastzin spelen een grote rol.

Om in het dagelijks leven goed te kunnen functioneren, moeten ál deze prikkels op de juiste wijze verwerkt worden. Ontwikkelt dit zich niet als vanzelfsprekend, zal het kind eerder tegen obstakels oplopen. Doordat de oorzaak van het probleem onbekend is, is het in eerste instantie vaak ook een onbegrepen probleem. Het kind wordt dan veelal gecorrigeerd op het gedrag wat ie laat zien (brokkenpiloot, onrustige zithouding, wegdromen). Veelal blijkt dat het aansturen op gedrag geen effect heeft. Het kind lijkt het wel te willen, maar het lukt gewoon niet. Het is belangrijk dat gezien wordt dat er geen sprake is van onwil, maar onvermogen. Als ik met het kind aan het werk ga, kijken we hoe dit onvermogen om te zetten is naar vermogen!

Prikkelverwerking is echt een prikkelend onderwerp!